In de media

Nee, kantoorvastgoed is niet dood

"Kantoorvastgoed is voorbij!" Deze uitspraak hebben we de laatste maanden vaak gehoord, gekenmerkt door het gemak waarmee bedrijven erin geslaagd zijn om een groot deel van hun werknemers te laten overschakelen op thuiswerken. Het kantoor was dood, leve het thuiswerken...of in de tuin.

Dit thuiswerken, dat bedrijven vóór de crisis heel vaak weigerden, is het belangrijkste instrument geworden om hun bedrijf weerbaar te maken. Ze hebben gezien hoe flexibel hun werknemers zijn en nemen de woonkamer, slaapkamer of keuken over om hun werk met hetzelfde professionalisme als op kantoor te blijven doen - en soms zelfs met productiviteitswinst. Gedreven door de overtuiging dat kantoren niet langer nodig waren, kondigden sommige bedrijven, zowel in Silicon Valley als dichter bij huis, aan dat zij een aanzienlijk deel van hun personeel volledig op thuiswerken lieten overschakelen. Dit was voor sommigen voldoende om het einde aan te kondigen van kantoorvastgoed als sector en als beleggingscategorie voor beleggers. Andere deskundigen, gedreven door de simplistische kortzichtigheid die deze ongekende tijden toestaan, zijn zelfs zo ver gegaan om het einde van hotels en retail te voorspellen. Waarom ook niet!

Hoewel de (blijvende) impact van de pandemie op reizen, consumptiepatronen en werkgewoonten niet kan worden ontkend, moeten we niet te snel conclusies trekken. Hoewel thuiswerken in de eerste maanden na de eerste lock-down populair was, heeft de vermoeidheid geleidelijk de overhand gekregen en dringen steeds meer bedrijven aan op een terugkeer naar kantoor. De moeite die de overheid na een jaar pandemie heeft om thuiswerken af te dwingen, illustreert deze behoefte van werknemers. Volgens een opiniepeiling van 2021 van Opinion Way verkeert 45% van hen zelfs in psychologische nood, mede als gevolg van het werken vanuit huis.

De COVID-19-crisis betekende niet het einde van de kantoren, integendeel, ze bevestigde hun relevantie. In onze individuele samenlevingen is de behoefte aan sociale banden vandaag sterker dan ooit. Veel werknemers verwachten dat het face-to-face-werk en de daarmee gepaard gaande interacties, zoals koffiepauzes of lunches met collega's, worden hervat. Deze uitwisselingen worden van essentieel belang geacht om creativiteit en innovatie in elk bedrijf te stimuleren en zo het concurrentievermogen op lange termijn in stand te houden. Het is echter waarschijnlijk dat in de wereld van morgen de terugkeer naar het werk niet 100% face-to-face zal zijn. Kantoorvastgoed zal zich dus moeten aanpassen en evolueren om aan de nieuwe verwachtingen van zowel ondernemingen als werknemers te voldoen. De situatie heeft een aantal vragen opgeworpen voor de ondernemingen, zoals de noodzaak om iedereen te laten deelnemen aan een gemeenschappelijk project, om hun betrokkenheid te behouden via een gedeeld DNA, specifiek voor elke organisatie. De ruimte om "levensmomenten" tussen werknemers te creëren, om hen het gevoel te geven dat zij in het middelpunt van een idee staan, om een gemeenschappelijk doel na te streven, zal dus absoluut cruciaal worden.

Er zijn inmiddels al veranderingen uitgeprobeerd om teamwerk of concentratie te bevorderen. De diensten die op de werkplek beschikbaar zijn (conciërge, fitnessruimte, crèche, pakketbezorging etc.) zullen zich verder ontwikkelen. Als we verder kijken, zal het kantoor ongetwijfeld als winnaar uit de bus komen, want terwijl veel bedrijven hun huurruimte zullen trachten te rationaliseren, zullen deze nieuwe diensten en ruimten veel extra vierkante meters vergen. De tijd zal het leren, maar een jaar na het begin van de crisis kunnen we, verre van simplistische kortzichtigheden, zeggen dat kantoorvastgoed een mooie toekomst tegemoet gaat, zowel voor beleggers als voor de werknemers die ervoor zorgen dat het werkt!

 

Door

FRÉDÉRIC PUZIN